Veel ondernemingen willen zo winstgevend mogelijk zijn. Daarom streven zij winstmaximalisatie na. Om de betekenis van winstmaximalisatie te begrijpen, dien je eerst te weten wat de definitie van winst is. Winst is het verschil tussen de inkomsten van een onderneming en de kosten die zij maken. Een onderneming met een hoge omzet maar ook veel kosten kan onder de streep maar weinig winst overhouden. Terwijl een bedrijf met minder omzet, maar ook veel minder kosten uiteindelijk misschien wel meer winst maakt.
Winstmaximalisatie is een term uit de economie en betreft het streven naar maximale winst. Hierbij wordt gekeken naar de combinatie van prijs en productieomvang waarbij de winst het grootste is. Hierbij kijk je naar wat de optimale prijs is om het product te verkopen en in welke hoeveelheid het dan verkocht wordt.
Handig:
De marktvorm waarin het bedrijf zich bevindt speelt een rol bij winstmaximalisatie. Maximale winst bij een monopolie wordt anders berekend dan maximale winst bij volkomen concurrentie. Bij volkomen concurrentie bestaat er een evenwicht op lange termijn en op korte termijn. In de praktijk komt volkomen concurrentie eigenlijk niet voor. Toch geven we je het rekenvoorbeeld, zodat je snapt hoe het berekenen van de winstmaximalisatie in dit geval gaat. Daarna geven we je ook een voorbeeld van het berekenen van winstmaximalisatie in het geval van onvolkomen concurrentie.
Volkomen concurrentie betekent een markt met veel aanbieders en veel vragers. Alle aanbieders bieden hetzelfde product aan en dit product is homogeen. Dit betekent dat consumenten geen onderscheid maken tussen producten van verschillende aanbieders. Hierdoor hebben zowel de vragers als de aanbieders geen invloed op de prijs van een product.
Bij volkomen concurrentie bereken je de maximale winst door Marginale Opbrengst (MO) - Marginale Kosten (MK) te doen. De marginale opbrengst is de opbrengst van één product. Dit is dus de verkoopprijs. De marginale kosten zijn de kosten die het maken van dit ene product met zich meebrengt. Zolang de marginale kosten van een product lager liggen dan de opbrengst van datzelfde product, stijgt je winst. De maximale winst behaal je dus bij MO = MK, oftewel de marginale opbrengst is gelijk aan de marginale kosten.
Omdat bij volkomen concurrentie de aanbieder geen invloed heeft op de prijs, betekent dit dat de aanbieder zijn product altijd zal aanbieden voor de evenwichtsprijs. Dit geldt voor alle producten. De hoeveelheid maakt hierbij niet uit. Dit betekent dat de prijs (P) altijd gelijk is aan de gemiddelde opbrengst (GO). Ook de MO van elk product is gelijk. Daarom geldt bij het berekenen van de winstmaximalisatie in volkomen concurrentie P=GO=MO.
Om de maximale winst vervolgens te berekenen maak je gebruik van twee grafieken. In de eerste grafiek zet je het collectieve aanbod af tegen de collectieve vraag. Op het snijpunt van deze twee lijnen vind je de evenwichtsprijs.
In de andere grafiek teken je de MO-lijn op de hoogte van de evenwichtsprijs. De aanbieder zal bij volkomen concurrentie het product immers altijd aanbieden voor deze prijs. In deze grafiek teken je ook een lijn voor de MK. We weten nu dat je de maximale winst behaald als MO gelijk is als MK. Zoek daarom het snijpunt tussen deze twee lijnen. In dezelfde grafiek teken je ook een lijn voor de gemiddelde totale kosten (GTK). Bekijk wat de waarde van de GTK is bij het snijpunt van de MO en MK lijnen. Nu weet je hoe hoog de gemiddelde totale kosten zijn bij het produceren van de optimale hoeveelheid. Daarom kun je nu de formule invullen en de maximale winst berekenen.
De formule is:
Maximale winst = (p* - GTK) x q*
Hierin is p* de evenwichtsprijs, GTK zijn de gemiddelde totale kosten en q* is de evenwichtshoeveelheid.
Stel dat de evenwichtsprijs van een product €10 is, de gemiddelde totale kosten €5 zijn en de evenwichtshoeveelheid op 100 stuks ligt. Dan krijg je dus:
Maximale winst = (€10 - €5) x 100
Maximale winst = €500
Bij onvolkomen concurrentie heeft de aanbieder wél invloed op de prijs van het product. Hierbij moet de aanbieder wel rekening houden met minder afzet bij een hogere prijs. Consumenten hebben nu immers alternatieven en zullen in dat geval voor een ander product voor een lagere prijs kiezen.
Afhankelijk van de vorm van onvolkomen concurrentie heeft de consument meer of minder mogelijkheden om over te stappen naar een ander product. Bij monopolistische concurrentie zijn er veel andere aanbieders met heterogene producten. Hierdoor hebben consumenten veel te kiezen en zal er dus veel effect te zien zijn bij een prijsverhoging. Bij een oligopolie of een monopolie is er minder te kiezen en is het effect van een prijsverhoging dus ook minder groot.
Ook als je voor een oligopolie de maximale winst wil berekenen, zoek je naar het punt waarop de marginale opbrengst gelijk is aan de marginale kosten. Je moet echter bij deze berekening ook rekening houden met de andere concurrenten. Dit kun je doen door de verschillende waarden in een tabel te zetten. Hierin zet je de verschillende prijzen, de hoeveelheid vraag die bij de prijs hoort en het aantal producten dat de concurrenten levert. Door het aantal producten van concurrenten af te trekken van de totale vraag, bereken je hoeveel producten de onderneming kan afzetten bij een bepaalde prijs.
In de tabel zet je ook de totale opbrengst (het aantal producten dat je afzet vermenigvuldigd met de prijs) en de totale kosten (het aantal producten dat je afzet maal de marginale kosten). De marginale kosten en de marginale opbrengst zet je hier ook in. Door op zoek te gaan naar het punt waarop de marginale kosten en de marginale opbrengst gelijk is, vind je het maximale aantal producten dat de onderneming moet verkopen en tegen welke prijs. Zo weet je dus ook wat de maximale winst zal zijn.
Dat veel bedrijven winstmaximalisatie als uitgangspunt nemen lijkt logisch. Veel ondernemingen streven er immers naar om zoveel mogelijk winst binnen te halen. Toch is winstmaximalisatie lang niet altijd het juiste uitgangspunt. Steeds meer ondernemingen verschuiven hun focuspunt van winstmaximalisatie naar purposemaximalisatie.
Purpose is belangrijker dan ooit. Bij purpose maximalisatie kijkt een bedrijf naar een groter doel of nut. Denk hierbij aan het tegengaan van klimaatverandering of het garanderen van goede werkomstandigheden voor alle werknemers. Dit is een ontwikkeling die de laatste jaren steeds zichtbaarder wordt. Aaron Hurst heeft deze ontwikkeling in zijn bestseller ‘The Purpose Economy’ beschreven als de vierde economische revolutie. De economie beweegt zich steeds verder naar een betekeniseconomie. In deze soort economie is delen belangrijker dan bezitten en gaat persoonlijke groei boven economische groei. Een bedrijf moet dus niet meer naar de maximale winst streven, maar juist naar het maximale nut dat zij kunnen hebben voor de samenleving en wereld.
Dit betekent niet dat winst behalen helemaal niet meer belangrijk is. Een onderneming kan weinig goeds bijdragen aan de wereld als het enkel verlies draait. Wel moet er meer balans komen tussen de economische winst die een bedrijf behaalt en de waarde die het bedrijf toevoegt aan de wereld. Veel winst behalen binnen de purpose economie is geen schande, maar de manier waarop dat geld verdiend is moet wel eerlijk en te verantwoorden zijn.
Deze trend is niet helemaal nieuw. Een aantal grote bedrijven die zich inzetten voor een betere wereld bestaan al sinds de jaren ‘70 van vorige eeuw. Wel sluiten steeds meer bedrijven zich aan bij deze trend. Een purpose organisatie hoeft trouwens geen wereldschokkende veranderingen te willen bewerkstelligen. Elk doel dat boven het economische gewin wordt gesteld telt. Zo zijn er ook bedrijven die de klanttevredenheid ver boven het economische belang stellen. Zolang de klanten tevreden zijn, maakt de winst minder uit. Ook dat is een voorbeeld van een purpose onderneming.
Uit verschillende onderzoeken is bovendien gebleken dat bedrijven die gericht zijn op purpose maximalisatie betere resultaten behalen dan andere ondernemingen. De precieze cijfers verschillen per onderzoek, maar het is duidelijk dat bedrijven met een duidelijk sociaal doel beter presteren op de beurs, bij klanten en op het gebied van de tevredenheid van de medewerkers.
De verschuiving naar purpose maximalisatie ten koste van winstmaximalisatie lijkt onomkeerbaar te zijn. De nieuwe generatie consumenten hecht veel waarde aan het maatschappelijke doel dat een bedrijf heeft en ze zijn bereid om hiervoor te betalen. Het is wel belangrijk dat een onderneming dit doel ook echt tot z’n kernwaarden rekent en dit ook duidelijk uitdraagt. Het mag niet enkel schone schijn zijn. Daar prikken consumenten gemakkelijk doorheen.
Winstmaximalisatie is tegenwoordig dus lang niet altijd het juiste uitgangspunt en lijkt steeds verder naar de achtergrond te verdwijnen. Geld verdienen en hoge winsten boeken is leuk, maar mag niet meer de belangrijkste drijfveer van een bedrijf zijn. Als een onderneming met z’n tijd mee wil gaan, is het dus de hoogste tijd om na te denken over de kernwaarden.
Wil jouw bedrijf zich ook meer gaan richten op purpose maximalisatie in plaats van winstmaximalisatie? Dan moet je dit ook zeker in je sales door laten werken. Consumenten moeten weten wat je verkoopt en waarom je dit verkoopt. Ze moeten de drijfveren achter jouw product snappen. Hierdoor zijn ze sneller geneigd om tot een aankoop over te gaan. Kun je hier wel wat hulp bij gebruiken? Vraag dan de hulp van een sales expert. Zo ga jij goed met de tijd mee en kun je zowel de purpose als de omzet van je bedrijf een boost geven.
Winstmaximalisatie is het streven naar de hoogst mogelijke winst voor een onderneming. Het is het vinden van de ideale combinatie van prijs en productieomvang om de grootste winst te behalen. Het gaat om het optimaliseren van de inkomsten en kosten, zodat het verschil tussen beide zo groot mogelijk is.
Bij volkomen concurrentie bereken je de maximale winst door de marginale opbrengst (MO) - marginale kosten (MK) te doen. De MO is de opbrengst van één product, terwijl de MK de kosten zijn van het maken van één product. De maximale winst wordt bereikt wanneer de MO gelijk is aan de MK.
MO = MK betekent dat de opbrengst van een extra product gelijk is aan de kosten van dat product. Hierdoor neemt de winst niet verder toe als er meer wordt geproduceerd. Dit punt markeert de optimale productieomvang waarbij de winst maximaal is.
Marginale opbrengst (MO) is de opbrengst van de verkoop van één extra product. Het is gelijk aan de prijs van het product, omdat bij volkomen concurrentie de prijs constant is voor alle eenheden die worden verkocht. MO wordt gebruikt om de optimale productieomvang te bepalen in het streven naar winstmaximalisatie.